Een pleidooi voor curriculum.nu
Foto Eddy Posthuma de Boer 1958, Amsterdam, tentoonstelling Fotomuseum Den Haag 2020
Pleidooi van Mark Boode, voorzitter Teachers for Climate, vice-voorzitter Nederlandse academie voor duurzaam onderwijs tijdens Hoorzittingen Tweede Kamer, 20 & 27 januari 2020
Inhoudelijke vernieuwing is hard nodig om het onderwijs weer relevant en aantrekkelijk te maken, stelt Teachers for Climate. Het onderwerp duurzaamheid speelt daarbij een grote rol. Tijdens de hoorzittingen in de Tweede Kamer, spreekt de docentenorganisatie daarom haar steun uit vóór de onderwijsvernieuwing van curriculum.nu. En die vernieuwing moet vooral van docenten zelf komen.
Teachers for Climate is een docentenorganisatie. Wij maken ons hard voor doorlopende onderwijsvernieuwing, met de Sustainable Development Goals van de VN als onderliggende kernwaarden voor elk vak en vakdocenten als kartrekkers.
Scholieren vragen om relevant onderwijs
Wij constateren dat het huidige onderwijs onvoldoende meebeweegt met actuele wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen en ondersteunen de oproep van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren om meer relevant onderwijs. Het LAKS omschrijft het probleem zo: ‘Scholieren missen betekenis van het geleerde voor hun eigen leven en de actualiteit en beschouwen toetsen en examens nu als doel op zich.’ Dit komt overeen met de leerhouding die wij als docenten helaas vaak in de klas ervaren. Wij constateren dat dit probleem het grootste is in het voortgezet onderwijs.
Curriculum.nu heeft in samenspraak met vele partijen geprobeerd om te komen tot een nieuwe omschrijving van het curriculum, waarin duurzaamheid een groot thema is. Wij vinden het van grote waarde dat de stem van scholieren door curriculum.nu in hoge mate is meegenomen, enerzijds door de deelname van het LAKS aan de coördinatiegroep, anderzijds doordat scholieren de grootste groep zijn geweest in het sturen van feedback aan de ontwikkelteams.
Duurzame ontwikkeling vereist systemisch denken
Het zijn ook de scholieren geweest die in 2019 de urgentie van duurzame ontwikkeling op de kaart hebben gezet en die volwassenen wereldwijd hebben gedwongen om echt in beweging te komen. Hun klimaatprotesten hebben in hoog tempo de weg geplaveid voor een Europese Green Deal. De roep van scholieren om zelf bij te dragen aan het zoeken naar oplossingen voor het grootste probleem van deze tijd, moet zo snel mogelijk zijn weg vinden naar het onderwijs, waar leerlingen kennis en vaardigheden moeten opdoen om na school deskundig in te kunnen spelen op ontwikkelingen als klimaatadaptatie, energietransitie, circulaire landbouw en circulaire economie.
Deze onderwerpen vragen om systemisch denken. Meer CO2 in de atmosfeer, als gevolg van een fossiele economie, leidt tot temperatuurstijging. Afname leidt tot daling. Temperatuurverandering heeft gevolgen voor het weer, de biodiversiteit en het zeeniveau, die op hun beurt invloed hebben op de voedselvoorziening, leefbaarheid, huisvesting en migratie. Alles heeft met alles te maken. Leerlingen moeten deze verbanden leren doorgronden. Klimaat is harde wetenschap. De feiten hierover moeten worden onderwezen. Nog mooier is het als leerlingen op school al ervaren welke maatschappelijke bijdrage zij met die kennis kunnen leveren.
Vmbo-praktijkscholen, mbo-scholen en technasia lopen hierin voor op de mavo, havo en het vwo. Zij werken beroepsgericht en vakoverstijgend en halen vraagstukken van bedrijven en overheden de klas in. Ook het primair onderwijs beweegt, de groepsleerkrachten geven alle vakken en leggen zelf verbanden, onder andere met themaprojecten. Mavo, havo en vwo komen nauwelijks in beweging. Dit onderwijs is te algemeen en verlamd door het vasthouden aan nauw geformuleerde eindtermen, ouderwetse cito-examens, onderwijsmethoden met lange ontwikkeltijden (die na verschijning jarenlang worden gehanteerd) en het vasthouden aan de huidige schoolvakken.
Vernieuwing van het onderwijs is noodzakelijk
Een grote rem is ook de managementcultuur waarin schoolbeleid vooral wordt verwoord in termen als marktaandelen, inspelen op demografische ontwikkelingen, het bedienen van ouders en de statistiek van examenresultaten, terwijl het zou moeten gaan over de inhoud en maatschappelijke verantwoordelijkheden van het onderwijs en de eigen school in het bijzonder. In dit onderwijs zijn studiedagen vaak veredelde vergaderdagen over organisatorische ontwikkelingen waarbij het management de agenda bepaalt. In het beste geval worden deze dagen opgesierd met workshops op het gebied van pedagogiek en didactiek. Inhoudelijke vernieuwing komt nauwelijks aan bod. Het inzetten van individuele studiebudgetten wordt niet gestimuleerd, het overgebleven geld dekt gaten elders in de schoolbegroting.
Het eigenaarschap van onderwijs en onderwijsvernieuwing is te veel terechtgekomen bij schoolleiding en schoolbesturen.
De gevolgen hiervan zijn enorm. Ouders gedragen zich als klanten. Leerlingen haken af. Docenten raken overspannen, hanteren een overlevingsmodus of keren het onderwijs de rug toe. Steeds minder studenten overwegen een baan in het onderwijs. Ondertussen dalen ook de onderwijsprestaties. Volgens Europees onderzoek van PISA is Nederland is een van de zeven landen die een dalende trend vertonen op álle leergebieden sinds de eerste deelname aan het onderzoek in 2003. Kortom: er is een enorme noodzaak om het onderwijs inhoudelijk te vernieuwen, relevant te maken en kwalitatief weer op niveau te brengen.
Geef docenten de leiding in onderwijsvernieuwing
Helaas kost het huidige proces van curriculumvernieuwing jaren: van onderzoek naar wetgeving, van wetgeving naar vakgroepen, van vakgroepen naar uitgeverijen, naar schoolboeken en cito-examens en dan naar de klas. Dit traditionele traject kan de snelle maatschappelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen al lang niet meer bijbenen en moet op de schop.
Degenen die het onderwijs het snelste kunnen vernieuwen, zijn de docenten zelf. Zij kunnen een wetenschappelijke ontdekking die vandaag wordt gedaan morgenochtend in hun les verwerken. Zij kunnen actuele maatschappelijke ontwikkelingen volgend schooljaar vormgegeven hebben in een nieuwe leerlijn. Voorwaarde hiervoor is dat zij voor deze vernieuwing strúctureel tijd en faciliteiten krijgen, dat methodes gereedschap zijn en geen wet, dat landelijke examens meer toetsen op vaardigheden zoals kritisch denken en analyse en minder op (achterhaalde) kennis, en dat specifieke (actuele) kennis vooral getoetst wordt in schoolexamens. Zo maak je het werk voor docenten vakinhoudelijk uitdagender en voorkom je dat ontdekkingen van nu pas jaren later de klaslokalen bereiken.
Een andere harde voorwaarde is dat de organisatie en het management van het onderwijs in dienst komen te staan van docenten, daar waar nu docenten in dienst staan van organisatiestructuren en managers. Dat kan: docenten zijn experts op hun vakgebied en allemaal hbo of universitair geschoold.
Curriculum.nu zet hier grote stappen in de goede richting. Inhoudelijk formuleert curriculum.nu vooral bouwstenen. Dit schept kansen om docenten de inhoud van hun onderwijs terug te geven. Daarbij krijgen scholen de ruimte om dertig procent van de lestijd te besteden aan kennis en vaardigheden die zij zelf prioriteit willen geven. Ook hier zouden docenten het initiatief kunnen krijgen, als schoolleiders de ‘ruimte voor een schoolspecifiek onderwijsaanbod’ niet te veel toe-eigenen voor verdere commerciële profilering. Bovendien pleit de Onderwijsraad voor een periodieke herijking van het curriculum of het instellen van een permanent college voor doorlopende ontwikkeling. Vakbonden en vakgroepen reageren kritisch. Dat is begrijpelijk.
Combineer vernieuwing met rust
Met de top-down onderwijshervormingen en het marktdenken van de afgelopen jaren in het achterhoofd, hebben docenten weinig vertrouwen in de tijd, facilitering en aansturing van een volgende onderwijsvernieuwing. De Algemene Onderwijs Bond (AOB) hield een enquête over curriculum.nu onder hun leden en schrijft in het eindrapport: ‘In alle onderwijsniveaus binnen po en vo heeft men er geen vertrouwen in dat men voldoende tijd en begeleiding krijgt om de wijzigingen door te voeren.’ En: ‘Het lerarentekort en de werkdruk zijn veel urgenter. Deze problemen maken dat mensen grote veranderingen in het curriculum niet haalbaar en wenselijk vinden. Er is behoefte aan rust in plaats van vernieuwing.’ Teachers for Climate deelt de zorgen van het AOB, maar het tegenhouden van vernieuwing strookt niet met onze overtuiging dat het verouderde curriculum en het uitblijven van inhoudelijke actualisering in hoge mate debet zijn aan het lerarentekort en de werkdruk. Het strookt nog minder met het alternatief: niets doen. Stiltand is achteruitgang en absoluut níet de oplossing voor de problemen in het onderwijs.
Zijn rust en inhoudelijke vernieuwing te combineren? Ja. Stop per direct met de lumpsum financiering die aan schooldirecties overlaat hoe zij het onderwijsgeld inzetten. Label het onderwijsgeld. Zorg dat er voldoende geld terecht komt bij doorlopende onderwijsvernieuwing door docenten. Stel per direct een plafond in voor de hoeveelheid geld die mag worden uitgegeven aan managers, interim-bestuurders, management ondersteunend personeel en externe bureaus, die samen gezorgd hebben voor een explosieve groei aan uitgaven voor management en reorganisaties, ten koste van de budgetten voor het onderwijs zelf. Combineer inhoudelijke vernieuwing met organisatorische rust.
Bewaak de objectiviteit van het onderwijs
Is er niets af te dingen op de inhoud van curriculum.nu? Natuurlijk wel. In de bouwsteen leefomgeving en biodiversiteit wordt geen verband gelegd tussen de huidige afname van biodiversiteit en het handelen van de mens. En terwijl de bouwsteen duurzaamheid risicovolle geo-engineering noemt als innovatieve oplossing voor mondiale duurzaamheidsvraagstukken, blijft schone nature-based technologie buiten beeld. Bedrijven als Shell mochten meedenken. Die hebben financiële belangen bij het verzachten van wetenschappelijke inzichten over de invloed van de mens op de natuur, en baat bij het beïnvloeden van oplossingsrichtingen. Hóe groot hun invloed was, kunnen we niet duiden. Het is zinvol dat leerlingen en studenten tijdens hun opleiding meedenken over vragen van bedrijven en overheden, het is ook zinvol dat het onderwijs op die vragen inspeelt. Maar de inhoud van het onderwijs moet objectief zijn en volledig gevrijwaard blijven van bemoeienis door partijen die er commercieel belang bij hebben om de inhoud van het onderwijs te manipuleren.
Een pleidooi voor curriculum.nu
Uitstel of afstel van curriculum.nu betekent hoe dan ook dat onderwijsvernieuwing op de lange baan wordt geschoven, terwijl het onderwijs nu al ver achterloopt bij maatschappelijke ontwikkelingen, en leerlingen en docenten massaal afhaken. Daarom steunen wij curriculum.nu.
Honoreer de wensen van de leerlingen voor meer relevant onderwijs. Geef docenten tijd en ruimte voor doorlopende vernieuwing van de vakinhoud. Creëer rust door met labeling van onderwijsgeld paal en perk te stellen aan geld- en tijdverslindende reorganisaties. Een juiste uitwerking van curriculum.nu kan een stevige bijdrage leveren aan het motiveren van leerlingen, kwaliteitsherstel van het onderwijs, en het realiseren van de noodzakelijke duurzame ontwikkeling.
Mark Boode
Voorzitter Teachers for Climate NL