WAT WORDT HET NIEUWE NORMAAL IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS?
Elke zichzelf respecterende organisatie, blogger of influencer is zijn toekomstdromen en wenslijstjes voor de wereld na corona met ons aan het delen. Ik kan het (ook) niet laten om te bekijken wat de coronacrisis het voortgezet onderwijs aan ervaringen en inzichten oplevert. Ik heb een gekleurde bril op, namelijk die van duurzaam onderwijs. Wat kunnen onderwijsorganisaties die zich bezighouden met kennisvermeerdering over klimaat, energie, voedsel, economie, armoede en biodiversiteit, leren van de afgelopen crisismaanden?
Corona en digitaal onderwijs
In de media wordt over de combinatie corona en digitaal leren geconstateerd dat de crisis in een paar weken ontwikkelingen mogelijk maken die in de afgelopen twintig jaar vrijwel ondenkbaar waren in het onderwijs. Hoe juist de constatering ook is, zij gaat wel voorbij aan het feit dat de grootste educatieve uitgeverijen al jaren digitale methodes aanbieden. Vrijwel voor elk vak zijn methodes met digitale licenties voor docenten beschikbaar. Wat opvalt is dat docenten in deze crisis op veel grotere schaal dan voorheen hun weg naar bestaande maar ongebruikte digitale leermethodes hebben gevonden.
In korte tijd is een grote diversiteit aan digitaal lesmateriaal ontwikkeld. Tijdens de coronacrisis is door trial and error veel ervaring opgedaan met digitaal onderwijs. Deze ervaring kan een basis vormen voor het nieuwe normaal in het onderwijs.
Schoolmethodes hebben de neiging voor lange periodes gebruikt te worden. Digitale opties kunnen de actualiteitswaarde van lesmethodes vergroten, het onderwijs aantrekkelijker maken en wellicht de motivatie en betrokkenheid van leerlingen verbeteren.
Duurzaamheid
De recente ontwikkelingen in het onderwijs geven ons inzichten over digitalisering in de mogelijkheden voor duurzaam onderwijs over de zeventien Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. De SDG’s verwoorden de ontwikkelingsdoelen van de wereldgemeenschap voor 2030. Nog tien jaar te gaan en dan moeten we de doelen ook in Nederland hebben bereikt. De tijd begint te dringen om de gewenste transitie te realiseren. Leren voor duurzaamheid is voor iedereen een uitdaging.
Schoolmethodes hebben bijna per definitie een focus op het eigen vakgebied. Voor leerlingen ontbreekt daardoor nogal eens de samenhang in verschijnselen met de daarbij behorende analyses van oorzaken en de gevolgen. Met name op brede, vakoverstijgende onderwerpen als klimaat, energie, natuur en economie ontbreekt vaak een samenhangende en systemische benadering in het onderwijs. De digitale opties die nu vaker worden benut dan voor de coronacrisis, zijn uitermate nuttig voor het realiseren van de genoemde samenhang tussen onderwerpen en deelonderwerpen. Betekenisvol onderwijs om leerlingen en hun leraren uit te dagen.
Interne communicatie
Grote groepen docenten werken op hun eigen school aan digitale communicatiemiddelen m.b.v. mediaplatformen. De gebruikte communicatiemiddelen sluiten aan bij de wereld van jongeren en hun ouders en zorgen voor snelle berichtgeving. Docententeams ontdekken de voordelen van informatie- en kennisoverdracht via videoconferencing. Verbetering van samenwerking binnen docententeams kan tijdwinst en wellicht beter onderwijs opleveren.
Conclusies en adviezen
De onderwijswereld heeft in korte tijd op grote schaal de omslag naar digitaal onderwijs gemaakt. Of deze omslag van blijvende aard is, is nog onduidelijk. Ondersteuning en facilitering van digitalisering vergroten de kans op voortzetting van de ontwikkeling op de middellange en lange termijn. Docenten hechten aan een combinatie van persoonlijk contact en digitale mogelijkheden. Blended opties lijken verreweg de voorkeur te genieten in het onderwijs. Overheid en onderwijs hebben nu de kans om de ingezette digitale ontwikkeling te borgen en voort te zetten door het proces van verandering te faciliteren. De toename van de werkdruk rechtvaardigt ondersteuning van docenten op het gebied van tijd en geld. Investeringen in professionaliteit in de vorm van analoge en virtuele cursussen en leergangen zijn gewenst. Ook dit kan tijdwinst opleveren voor docenten en het beroep aantrekkelijker maken.
De behoefte aan actualisering en vernieuwing van het lesmateriaal is blijvend. Dat geldt ook voor het bestuderen van de samenhang tussen onderwerpen bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Digitale mogelijkheden leveren door hun snelle toepasbaarheid hier beter dan de bestaande, trage schoolmethodes een bijdrage aan. De kans is groot dat vernieuwing van het lesmateriaal en van het curriculum een bijdrage levert aan vergroting van de betrokkenheid en de motivatie van leerlingen. Bij het inslaan van het digitale pad van e-learning hoort ook dat elk kind meedoet. In de praktijk levert dit voor duizenden gezinnen problemen op die niet zonder steun van de scholen en de overheid opgelost kunnen worden.
Digitale tools voor overleg en samenwerking kunnen in de nabije toekomst een afname van maatschappelijke kosten betekenen op het gebied van mobiliteit waardoor reistijd en reiskosten wellicht kunnen afnemen. Het lijkt aannemelijk dat ingezette veranderingen op het gebied van virtueel overleg als aanvulling op lijfelijke contacten wel eens blijvend kunnen zijn.
Digitalisering, videoconferencing en afstandsleren kunnen een bijdrage leveren aan het gedeeltelijk oplossen van het tekort aan docenten. Het is interessant om te onderzoeken of dit soort fenomenen aantrekkelijk zijn voor potentiële docenten.
Digitalisering van het onderwijs kan leiden tot uitbreiding van werkgelegenheid in de wereld van ontwikkelaars van software en applicatiebeheerders. De overheid (de ministeries van EZ en K en van OCW) kan deze ontwikkeling ondersteunen door bepaalde opleidingen stimuleringsgelden te verlenen.
Tenslotte
Ouders ontdekken thuis in quarantaine dat onderwijs geven geen eenvoudige taak is die zij er even bij kunnen doen. De maatschappelijke waardering groeit voor leraren en onderwijsondersteuners. De vraag is of de politiek bereid is deze waardering te verzilveren in tastbare resultaten voor het onderwijsveld. De missie voor duurzaam onderwijs is dat álle leerlingen in Nederland over tien jaar het voortgezet onderwijs afronden met kennis over, vaardigheden voor en bereidheid te handelen voor duurzame ontwikkeling. De overheid, het onderwijs en de politiek kunnen in hun beleidsprogramma’s 2.0 en begrotingen voor de nabije toekomst laten zien dat ze docenten en onderwijsondersteuners serieus nemen in het uitoefenen van het mooiste beroep dat er is: jonge mensen begeleiden naar hun eigen toekomst.
Henk Tameling, voorzitter Nederlandse Academie voor Duurzaam Onderwijs
Tag:corona